Tweezaam

deur

Wie eenmaal een drang naar het schone heeft gekend, zal nooit tot het alledaagse vervallen. Willem Elsschot (1882-1960)

De twee waren al sinds mensenheugenis bij mekaar. Eerst in gezelschap van twee hondjes, later één. Op een dag was ook die er niet meer.

Vaak maakten ze samen een wandeling. In oude tijden waren ze dan uren onderweg. Ze raakten zowat verdwaald in de uiterwaarden in het buitengebied. Later waren ze ook uren onderweg. Ze geraakten niet meer dan een paar honderd meter van huis.

De ene was langzaam maar zeker aan het versukkelen. Hij kwam steeds moeilijker de trap af. Er werd een lift geïnstalleerd. En er stond een rolstoel klaar, waarmee de ander hem kon voortduwen. Zo kwamen ze toch nog eens ergens.

Hun geest was nog immer scherp. Die had geen lift of rolstoel nodig. En alle reizen die ze ooit hadden gemaakt deden ze in hun gedachten nog eens over. En – ook in hun gedachten – reisden ze verder nog, naar oorden waar ze nog nooit geweest waren.

Samen.

Voor wie het zich kon heugen zijn ze altijd samen geweest. Een perfect paar. Dan liepen ze en werden ze voortgeduwd. Maar altijd zonder een woord tegen mekaar te zeggen.

“Waarom is dat?” vroeg ooit eens iemand. “Waarom praten jullie nooit met elkaar?”

Verbaasd keken de mannen mekaar aan. De wenkbrauwen werden opgetrokken. Een glimlach verscheen op hun gezicht. De man in de rolstoel draaide zich naar de spreker.

“Ik heb geleerd,” zei hij tenslotte, “Dat zwijgen niet verbeterd kan worden.” De ogen van de mannen twinkelden.

[Korte tijd later stierf hij. Zijn man niet lang daarna. Ze konden niet alleen zijn.]

Standaard

7 gedachten over “Tweezaam

Laat een reactie achter bij KrijnOnlineReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.