|
Ik was gewaarschuwd voor de drukte in het Openluchtmuseum, Tweede Paasdag. Maar dat viel eigenlijk wel mee. Dat hierdoor blijkbaar elke bezoeker dacht de enige te zijn, was weer minder.
Een gezelschap van vier bleef daarom ook gezamenlijk naast mekaar lopen. Het jonge gezinnetje blokkeerde het bruggetje om een foto van het kroost te maken. De dikke dame stiefelde stoïcijns in het midden van het pad en ging voor niets of niemand aan de kant.
Alleen ik dacht aan mij.
[Merkwaardig. Als er veul mensen bij mekaar zijn word ik hartstikke onaangepast. Maar allenig ben ik dan weer hartstikke sociaal.]
Zelfs ik heb niet meer aan je gedacht. Inderdaad geen vreemde dromen meer.
{Mowl: och. Heb je dan wel kunnen slapen?}