Een vrouw probeerde een auto die voor het verzorgingshuis geparkeerd stond weg te rijden – moet ik nog verder gaan?
Ze schokte achteruit. Op een gegeven moment blokkeerde ze de doorgang voor mij aan deze kant en twee verzorgenden aan de andere kant. Met ons drieën wachtten we en keken naar haar bewegingen.
Uiteindelijk, nadat de motor een paar keer was afgeslagen, lukte het de vrouw om weg te rijden. Wij, de wandelaars, konden doorlopen. Eén van de verzorgende keek me bij het kruisen aan.
“Die heeft haar rijbewijs ook van de koffiepunten.” zei ze.
[Ik moest er hardop om lachen. Tot mijn eindpunt bleef ik grijnzen. Gelukkig was dat niet ver.]
Ik zou ook moeten lachen:-)
{Mowl: wie niet?}
Als ze die bij de koffiepunten kregen, had mijn moeder ook een rijbewijs gehad.
{Mowl: ik denk dat ’t ’n grapje was.}
Gelukkig maar, anders had mijn moeder ten onrechte nooit een rijbewijs gekregen. Bij ons werd erg veel koffie gedronken en punten geknipt.
{Mowl: had ze wel ’n fiets?}
Wel een vliegbrevet van haar Airmiles.
{Mowl: ik vraag niks meer.}
lekker hoor, rijen als een krant!
{Mowl: zo slecht rijdt ’n krant toch niet?}
Mijn overbuurvrouw doet ook een kwartier om haar auto geparkeerd te krijgen. In nota bene een normaal parkeervak!
{Mowl: ’t is ook niet makkelijk.}
Net als autorijden. Dat kunnen veel mensen met een rijbewijs ook niet.
{Mowl: dat zeg ik. Vrouwen.}
Gelukkig zijn er deze keeer geen dodelijke ongelukken te betreuren.
{Mowl: ’n kwestie van tijd?}
Dus werd het vooroordeel tòch maar weer eens bevestigd……
{Mowl: ik vrees van wel.}