Vaaljaar

Als ’t keteltje
niet meer
fluit
is
’t vogeltje
d’r zeker uit.
E. Wolfs

“Ik dacht vanmorgen al dat het oudjaar was.” verklaarde de man. Het was geen blijmoedige boodschap, teikten zijn toon en blik. Het gerimpelde gezicht, de diepliggende ogen en de ongeschoren kin benadrukten de droefenis. Hij had me zonder enige aanleiding aangesproken, waardoor ik me gebeid voelde ook werkelijk naar hem te luisteren.

“Dat is mooi.” zei ik. Ik verwachtte een glimlach of zoiets, maar de man fronste alleen zijn wenkbrauwen maar.

“Dan heeft u nog zomaar een extra dag.” probeerde ik. “Dat is mooi.” De man kneep alleen zijn ogen een beetje extra dicht. “Toch?” Ik moest vertwijfeld zijn, dat ik dat zei.

De man was me niet behulpzaam — hij gromde.

“Een extra dag waar alles mis kan gaan.” wrantte hij.

[Het werd niks meer voor hem, dit jaar. Dat was duidelijk.]

Standaard

Zeg het eens.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.