Vampim

schim
Het is de schaduw van de dood die reliëf geeft aan het leven. Henri-Louis Bergson (1859-1941)

We waren al afscheid van ‘m aan ’t nemen, zoals je weet. Pim was oud, stram en moe. ’t Leek alsof ie ’t allemaal wel best vond. En wij zouden ‘m langzaam laten gaan.

Maar de natuur heeft zo z’n eigen wetten.

Dus op ’n dag, niet lang geleden, met Pim in de voortuin, gebeurde ’t dat ie z’n kopje ineens ophief en ’t neusje wild begon te snuiven. ’t Tot voor dan zo krakkemikkige lijfje sprong overeind. De ogen waren wijd opengesperd, de blik gericht op ’n punt in de nabijheid. Gespannen hield ie ’n prooi in de gaten, vastberaden ’t niet meer uit ’t oog te verliezen.

Toen ’t moment daar was, schoot Pim als ’n pijl uit ’n boog de heg in. Hij hapte toe en beet door, trillend van de adrenaline, net zo lang tot ’t niet meer hoefde. De gretige hoofdbewegingen deden ’t ergste vermoeden. De roodbruine verkleuring om de bek van Pim, even later trots en tevreden teruggekeerd, leek dit alleen maar te bekrachtigen.

[De verdiepte verkleuring verlevendigde Pim. We weten nu wat ie is.]

Standaard

Een gedachte over “Vampim

Laat een reactie achter bij peerReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.