Vitale processen

Ik overdrijf nooit, maar ik maak de dingen wel mooier dan ze zijn. Marcel Pagnol

M. keek om zich heen.

“Het is wel erg rustig, niet?” zei ze. H. knikte.

“Zelfs de opruimers hebben niks te doen,” wist hij.

“Alles wordt afgelast,” mijmerde M.

Ze tuurden samen in de geruste ruimte, waar alleen boeken nog een teken van leven vertoonden. M. keek naar H.

“Zijn wij eigenlijk vitale processen?” vroeg ze. H. keek niet-begrijpend.

“Hoe bedoel je?” vroeg hij.

“Nou,” reageerde M. met een licht trekje aan haar schouders, “vitale processen moeten open blijven. De rest gaat dicht. Thuiswerken. Dus vraag ik me af: zijn wij vitale processen?” H. legde zijn handen in zijn nek.

“Nauwelijks,” peinsde hij.

“Precies,” meende M, “dat dacht ik ook.”

Ongemerkt zuchtten ze allebei tegelijk. M. trommelde met haar vingers op het bureaublad.

“Als dit vitaal is,” mompelde ze, “hebben ze vergeten de stekker eruit te trekken.”

H. zei niks. Hij grinnikte alleen kort. Voor de rest bleef het stil.

Standaard