Vluchten kan niet meer

gezellig

Waar zou God in deze tijd met zijn hemel moeten vluchten? Ben Cami (1920)

“Mijn man verafschuwt voetbal.” zei de collega vorige week. “Daarom wou ie de komende tijd weg van hier.”

Ze grinnikte. Ze wist blijkbaar wat er komen ging.

“Nou ja,” giechelde ze verder, “Hij zou wel een hotelletje vinden, had ie gezegd, ver van de WK-gekte.”

Weer moest ze lachen.

“Nou,” hernam ze zich, “Toen kwam hij dus vertellen dat ie wat gevonden had. Een klein pension. Ideaal – bijna afgesloten van de bewoonde wereld. Niemand zou ons storen.”

Ze keek me aan.

“En waar denk je dat het is?”

Ik haalde mijn schouders op. Ik had geen flauw idee.

“Hinterzarten!” gierde ze. Het zei me niks – ik keek haar vaag aan.

“Beieren!” lichtte ze toe, “Pal naast het hotel waar het Nederlands elftal logeert!” veegde ze de tranen uit haar ogen.

[Mijn collega is dus wel een voetballiefhebber. Mijn gedachten gaan dezer dagen uit naar haar man.]

Standaard

3 gedachten over “Vluchten kan niet meer

  1. Onze flat is volkomen oranjevrij. Helaas moet ik af en toe ook nog werken.

    {Mowl: en de nieuwe buurt? Kun je daar je vaderlandsliefde wel botvieren?}

  2. Ik leef mee met die man, want ik verafschuw het ook. In de trein ben je ook al niet veilig als de conducteurs de actuele stand maar blijven omroepen. Daar kwam ik vandaag helaas achter.

    Geef mij maar een hotelletje dat echt WK vrij is!

    {Mowl: zo is dat.}

Zeg het eens.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.