Voor de poes

Vanmorgen werd ik weer es luid mauwend begroet door Poes. Poes is een meerkleurige (wat wit, beetje rood) kat die op onregelmatige tijdstippen ’s ochtends opduikt op weg van het station naar mijn werk. Als ze me ziet aankomen rent ze, al mauwend, op me af en is pas tevreden als ik haar over haar bolletje heb geaaid. Zo, brave Poes!

Poes doet dat niet omdat ze mij zo leuk vindt. Poes doet dat bij iedereen. Zodra ze iemand anders in de peiling krijgt is het gedaan met haar liefde voor mij en richt ze haar aandacht, luid mauwend, op de volgende passant. (Behalve als de jongen met de twee hondjes langskomt. Dan houdt Poes zich heel stil.)

Als je je slaapkamer aan de straatkant hebt, krijg je zo een aardig idee over het aantal voorbijgangers, lijkt me.

Zoals gezegd werd ik vanmorgen begroet door Poes. Toen ik haar had geaaid en doorliep, zag Poes aan de andere kant van de straat haar nieuwe vluchtige contact aankomen: een jongen, met een dun vlassnorretje, in een zwarte mantel. Hij stapte flink door. Hij leek haast te hebben. Maar hij had buiten Poes gerekend.

Mauwend attendeerde Poes de vlassnor op zichzelf. Ze wilde een aai en ze wilde het nu! Maar de jongen stapte door.

Poes bedacht zich geen moment en ging voor de jongen lopen. Mauw! Nu aaien! De jongen verkeerde in de veronderstelling dat ie een keus had. Dat had ie verkeerd.

Toen de jongen, met wat slalom-bewegingen om Poes te ontwijken, nog niet bereid leek om Poes een aai te geven, besloot Poes de druk te verhogen. In plaats van vóór de voeten ging ze tússen de voeten van de jongen lopen. Ze dwong hem om zijn rechterbeen links en zijn linkerbeen rechts te zetten, draaide zich nog een keer om en, jawel! De jongen viel op de grond. Als je slaapkamer aan de straatkant was, had je een heleboel nieuwe woorden geleerd.

Maar Poes hoorde dat al niet meer. Er kwam weer iemand aan. Luid mauwend liep ze erop af.

Standaard