Vrouwtje

De eerste plichtgevoelens
zie je in de kat die zich schoonmaakt.
Sonja Prins

Met twee witte handschoentjes was ze naar de wc gegaan – met eentje kwam ze ervan af. Bedremmeld meldde ze zich bij mij.

“Ik heb er eentje in de pot laten vallen,” bekende ze.

Ik bekeek haar. Het was een broos vrouwtje. Hoezeer ik me ook bewust was van het neerbuigende karakter van dit gebrekkige etiket, ik wist geen beter passende te bedenken voor haar verschijning. Ze was klein en mager en oogde breekbaar, ondanks de ongetwijfeld heilzame levenswijze die ze zichzelf had opgelegd, met oog voor de wereld en de natuur. Die elke dag met granen en vruchtensappen begon en eindigde en ramen opende voor hinderlijke insecten.

Een vrouwtje, dus, waarvan er voorwaar veel te weinig rondlopen.

“Dankuwel voor het melden,” probeerde ik haar bekommering mild te temmen. Vooreerst leek ze daar genoegen mee te nemen, als ze weifelend wegwandelde. Dan keerde ze terug.

“Ik ben verzekerd, hoor,” fluisterde ze.

Standaard