Wennen

Alle stervelingen zijn gelijk, maar hun maskers verschillen. Voltaire

Ik ben gewend geraakt aan gezichtsschermen en mondkapjes, anderhalve meter afstand, handen wassen en zo meer. Dat verbaast me, zeg ik wel eens. De gewenning, bedoel ik dan, die verbaast me. Omdat ik dit nooit bedacht. Dat ik hieraan had kunnen wennen. Aan schermpjes en kapjes, afstand en zo meer.

Een jaar gaat snel voorbij – of juist niet: het hangt natuurlijk van je ervaring af. Of het standpunt van waar je uitkijkt. En je herinneringen natuurlijk, die soms halsstarriger zijn en altijd vloeibaarder dan gedacht. Maar achteraf, zo is het steeds, is een jaar snel voorbijgegaan.

Ik zat te tellen. Dat doe je weleens. Ik nu ook. Ik kwam tot zes. Dat is het laatste getal. Het kan zomaar meer zijn, maar nu kom ik tot zes.

Zes van wie ik geen afscheid kon nemen. Omdat het afscheid vanzelf klein gehouden moest worden.

Die telde ik.

En dat went nooit.

Standaard