|
Het was een mooie dag om te wandelen. De zon scheen, het was droog en niet al te koud. De man en de vrouw hadden dat ook gevonden. Ze waren het park ingegaan met hun hond. De vrouw had hem aan de lijn. De hond trok. Flink.
“Wico!” riep de vrouw. “Wi-co!” De hond bleef trekken. “Wi! Co!” De vrouw gaf een ruk aan de riem.
De man bleef even staan wachten tot de vrouw het communicatieprobleem zou hebben opgelost. Vooralsnog leek dat niet te verwachten.
De hond bleek van zins zich niks aan te trekken van de fysieke belemmeringen van zijn leren band, terwijl de vrouw vastbesloten scheen haar autoriteit niet te grabbel te gooien. De man bleef stilletjes in de coulissen.
“Wico!” schreeuwde de vrouw terwijl ze de riem weer naar zich terugtrok. De hond boeide niks. “Wi-co!” repeteerde ze met flinke uithalen. De man zweeg en drentelde door.
[Die hond heet Wico, dacht ik, goh.]
Ze hanteert duidelijk de Martin Gaus methode.
{Mowl: en is dat goed?}
Wat een hondeleven(s)!
{Mowl: om zo aan het lijntje te worden gehouden, ja.}
Blijf dan thuis…(Die man en die vrouw, niet jullie natuurlijk)
{Mowl: ik had het niet anders begrepen.}
Scherp
{Mowl: onze opmerkingsgave is onovertroffen.}