Wintertijd

Als je de dingen niet ziet, omdat nacht of mist ze hebben opgeslorpt, bestaan ze dan toch? Bestaan dingen alleen als men ze ziet? Jeroen Brouwers

Er zijn momenten.

Lief danste voor me. Hij bewoog zijn schouders, zijn voeten, armen en zijn heupen en lachte me toe met zijn speciale lach. Dan pakte hij mijn handen en liefkoosde de huid, mijn huid, mijn lippen, mijn wangen.

Ik sloot mijn ogen en voelde – niet enkel de aanrakingen, de strelingen, maar de man, de mens die me beminde, me liefde.

Ik sloot mijn ogen en voelde de angst die me overspoelde, de wanhoop, het onweerhoudbare lot, onafwendbaar, onherroepelijk.

Alles van schoonheid verbleekt uiteindelijk, vergaat, verdwijnt. Dat heb ik geleerd. Alles wat mooi was en goed leek ging weg, ging dood, vertrok. Verstreek.

En ik, die geen geboorte kende en geen dood nog wist, zou eeuwig, want mijn hele leven, afscheid nemen van wat dierbaar was. Niets was bestendig en wat het mocht lijken zou uiteindelijk voorbijgaan.

Ik heropende mijn ogen en zag die van Lief.

Er zijn momenten.

Standaard