Langzaam kwam de trein tot stilstand, enkele honderden meters voor het station. Een stem uit de luidspreker gaf uitleg.
“We wachten op een rood sein.” hoorde ik. De jongen op de bank voor mij richtte zich op.
“Wat zei hij?” zei hij.
“We wachten op een rood sein.” hielp het meisje naast hem. De jongen grijnsde.
“Dus als het rood wordt gaan we weer rijden?” zei hij. Het meisje was even stil. Ze dacht even na.
“O ja.” zei ze dan.
[De jongen maakte beknopt en efficiënt duidelijk hoe belangrijk de juiste woordkeus is. En ik was blij dat ik het eens een keer niet deed.]
“Eens een keer” is een tautologie (als we toch bezig zijn met taalfouten)…
Laten we spreken over Stijlvormen.
Sommige dingen kun je verschillend interpeteren
{Mowl: dan is d’r dus ook geen communicatie.}
?????
Where is the language-police?
{Mowl: wie heeft hun nummer?}
Dat kan meestal alleen door degenen die zelf niet zo taal-zorgvuldig zijn. Het ‘vriendelijk uitstappen’ hierboven is een mooi voorbeeld. ‘Op een rood sein wachten’ is toch echt maar op één manier uit te leggen, vandaar René’s mooie stukje.
{Mowl: dank je.}
Nee hoor, het kan ook betekenen: we zitten bovenop een rood sein en we wachten 🙂
Daar heb je een punt.
Ik ben blij dat er niet zo op mijn woorden wordt gelet.
{Mowl: o nee? Dat doe ik anders dagelijks, hoor.}
Soms zijn ze zo wondermooi, de taalkundige hiccups. Meestal NIET, als ze expres worden veroorzaakt door het NS-personeel…maar ik vind deze nog steeds geweldig: “U wordt allen verzocht vriendelijk uit te stappen.” Een aansporing die niemand zou moeten weerstaan.
{Mowl: omroepberichten — daar zijn zelfs boekjes over verschenen.}
Evidently, somebody
faster than you, this time.
{Mowl: daar komen d’r steeds meer van.}