Zeven dagen geleden: de bevolking

dijk
De enige bescherming tegen de wereld is een grondige kennis ervan. John Locke (1632-1704)

D’r was ’n vrien­delijke inboor­jongeling die ons met alle genoegen vertelde over ’t leven op ’n geïso­leerd eiland.

“Ik ben geen echte eilander,” zeidie, “omdat ik hier niet geboren ben.” Hij keek dromerig naar buiten. “Maar ik ben hier wel thuis.” De knaap glimlachte — alsof ie verliefd was. “Ik wil hier later ook zeker gaan wonen.”

Toen keek ie ons aan. We hadden onze handen in mekaar gestoken. Dat zag de knaap. Hij leek te blozen.

“Maar eerst wil ik naar ’t vaste­land.” zeidie. “Voor verkering.” Hij knikte bijna onmerkbaar. “Hier wordt teveel geroddeld.” Dat laatste had ie aarzelend, fluisterend bijna, uitgesproken.

[We keken mekaar niet aan, Brrrr en ik, noch zeiden we ’n woord. Maar we beseften wel dat we geen dag te vroeg waren gekomen.]

Standaard

7 gedachten over “Zeven dagen geleden: de bevolking

  1. Als het geen oorspronkelijke eilander was, was het oog geen inboorjongeling. Maar daar had Possum je natuurlijk op moeten wijzen.

    {Mowl: oog?}

  2. Er is nog veel missiewerk te verrichten in het Hoge Noorden. Waren jullie uitgezonden door Arie Boomsma?

    {Mowl: zijn evangelie is toch weer net even iets anders dan ’t onze, vrees ik.}

Laat een reactie achter bij MarloesReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.