Zonder handen

Voor de vogel een nest, voor de spin een web, voor de mens vriendschap. William Blake

Het was natuurlijk allemaal heel lief bedoeld, laat ik daarmee beginnen: aan de goede intenties twijfelde ik geen moment.

Maar kijk, het gaat hierom.

Ze vond me aardig, in de goede zin van het woord – dat spreekt vanzelf – en dacht me er een plezier mee te doen.

“Ach,” zei ze, “wat kan het ons ook schelen.”

Toen we elkaar ontmoetten hadden we elkaar, heel nu, een elleboog gegeven. Want dat mag. Maar gaandeweg veranderde de formele uitgangspositie in een wat meer, hoe zal ik het zeggen, persoonlijke. Wat ik al zei, we mochten elkaar.

Dat zal het geweest zijn, dat ze, bij het afscheid dat zei: “Wat kan het ons ook schelen.” Waarna ze de armen spreidde en me insloot in een omhelzing.

Ze had het me geeneens gevraagd en ik voelde me verstarren, terwijl ik de knuffel zoveel mogelijk onbeantwoord probeerde te negeren.

Kijk, dacht ik slechts, zonder handen.

Standaard