|
“Zzz.” zei ik. “Zzz.”
Ik probeerde de ‘z’ uit te spreken op de vlijmscherpe manier zoals die steeds meer gemeengoed wordt.
Taal leeft, namelijk. Taal is in ontwikkeling. En waar de uitspraak van de taal tot voor kort werd gekenmerkt door een regionale verscheidenheid, ontdek ik dat er, onder invloed van de moderne media, een steeds groter wordende overeenstemming komt wanneer het om onze standaardtaal gaat: het Haarlemse Hollands wordt meer en meer dat van Aalsmeer. En om niet uit de toon te vallen moet je bijblijven. Vandaar mijn taalexercitie.
“Zzz.” ging ik. En toen merkte ik de man op die al enige tijd achter me had gelopen. Hij keek me wat merkwaardig aan. Het was nu zaak om niet geschrokken of onzeker te reageren.
“Zzz.” deed ik daarom nog maar een keer om te laten zien dat ik niet gek was. “Zzz.”
[En terwijl de man zich van me afwendde en een andere weg insloeg constateerde ik tot mijn tevredenheid mijn vooruitgang met de sisklank. Nog even en niemand zou meer vermoeden dat ik hier geboren ben.]
Wel jammer dat de streekeigen dialecten verdwijnen. Dat is hier net zo in België. Hier neemt het Antwerps dialect de overhand, vooral op televisie.
*gruwel!*
{Mowl: moet dat ondertiteld worden?}
Ja. echt wel.
Bij Omroep Brabant mag je gelukkig nog een ouderwets rollende rrrr hebben. Al die nieuwerwetsigheden zijn nergens goed voor.
{Mowl: Aalsmeer zal ook het Zuiden weten te vinden.}
…en toen werd je wakker en……
…toch?
{Mowl: als ik droom vertel ik dat erbij, hoor.}