Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Blau blüht der Enzian

De tijd vliegt. Publius Ovidius Naso
De tijd vliegt. Publius Ovidius Naso

De jongen zei “Hoi” tegen mij en daar was niks bijzonders aan. Ik zei gewoon “Hoi” terug, tot ik was doorgelopen. Toen pas bedacht ik dat hij een pruik droeg. Een pruik en een zonnebril.

Een pruik alleen had nog van alles kunnen betekenen, al kwam ik niet veel verder dan een nare ziekte waardoor hij zijn haar was verloren en hij noodgedwongen zijn toevlucht had moeten zoeken tot een pruik.

Een lelijke pruik, trouwens. Zo eentje waarvan de kleur naar het donkergroen aanzweemt en in de stijl van de vroege Beatles. Zo eentje.

Maar die bril.

Hij droeg een zonnebril. Met donker glas waar je niks doorheen kon zien – geen ogen of wat.

Een albino, flitste het door me heen. Iemand met haar- en oogproblemen. Een Heino, zogezegd. Hij moest wel een albino zijn.

In de verte hoorde ik een blaasorkest.

O ja, dacht ik. Dat kan ook.

Carnaval.

  1. Moest er weer smakelijk om lachen. Kwam ook een beetje door de pizza Bombay die ik ondertussen aan het nuttigen ben.

    1. Zou een waarschuwingstekst nodig zijn, denk je? Om geen pizza bombay onderwijl te eten, bedoel ik.

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag