De dagen begonnen nu echt te lengen.
Werd het vroege ochtendlicht eerder nog verneveld door grijs en grauw, nu blauwde het al bij het krieken. De vogels kweelden dat het een aard had en tomeloos was de energie waarmee we werden opgeladen. Dit was een veel te lang vergeten gevoel.
“Goedemorgen!” eufoorde ik door dit al zowat tegen de collega die even na mij het kantoorgebouw binnenkwam. Met een zekere minachting bleef ze staan en keek naar mij.
“Ik heb geen idee wat ik hier eigenlijk kom doen.” verklaarde ze zichzelf vlak.
[Ze had gelijk. Niemand mag opgesloten worden als het zomert.]
Voorjaar! Tijd voor optimisme!
{Mowl: vooruit dan maar.}
Nice prose,
clever title.
{Mowl: ik vond ‘m zelf ook wel geslaagd.}