|
“Wacht, ik doe ’t nu wel even.” zei ik tijdens ’n korte plaspauze.
De monteur had ’t al voorspeld: na twee dagen zou India iets doen waardoor de telefoon dood zou lijken. Maar dan hoefden d’r allenig maar ’n witte kabel en ’n zwart snoertje te verhuizen van ’t wandkastje naar ’t modem. En dan deed ie ’t weer. Hij had ’t zelfs nog voorgedaan. Simpel. Dus toen ik tijdens die plaspauze ontdekte dat de telefoon ’t niet meer deed, wist ik wat me te doen stond: de kabel en ’t snoertje verhuizen.
’n Kwartier later (“Waar is de knijpkat?”, “Pak jij even de waterpomptang?”, “Heb jij ’t ook zo warm?”) was de klus geklaard.
De telefoon was nog net zo dood.
“Misschien moet India nog iets doen.” zei Brrrr. “’t Is tenslotte ’n ontwikkelingsland.” Ik knikte berustend.
[Of ik had ’t zwarte snoertje in ’t juiste gaatje kunnen steken. Maar dat ontdekte ik pas de volgende ochtend. Tegen Brrrr zei ik niks, natuurlijk.]
Gelukkig deed de tv het nog. Dat zou pas erg zijn in tijden van WK voetbal.
{Mowl: daarom keken we dvd.}
Charming, die foto 😉
{Mowl: volgens velen is dit m’n beste zijde.}
Herkenbaar verhaal, ik was het weekend ook in de weer met die snoeren en kabels. Alles werkte dacht ik, totdat ik vanavond met zuslief aan de telefoon hing en de verbinding steeds wegviel… Morgen maar weer eens bellen met de vrienden van UPC.
{Mowl: nou (klopklop) doet alles (klopklop) ’t uitstekend (klopklop).}