Hoofdrol

pim
Zonder poes komt het nooit helemaal goed. Midas Dekkers (1946)

We waren d’r niet gerust op, Brrrr en ik, toen Pim, gestuwd door ’t zonlicht en de kriebelend hormonen naar buiten wilde. We wisten dat Suus daar was.

Suus was ooit als hartveroverende kitten opgenomen in ’t gezin van ’t bovenhuis naast ons. Ze had zich ontwikkeld tot de straatkenau. Wanneer Pim voor ’t raam lag, schepte zij d’r genoegen in om ‘m met ’n stel fikse tikken tegen ’t glas de stuipen op ’t lijf te jagen.

Even verderop kwamen twee straatgenoten aangewandeld met hun hond, die bijna knapte van opwinding toe ie de rode kater in de gaten kreeg. Trekkend aan de lijn en piepend van opwinding kwam ie dichterbij.

Suus sloop om ’t hoekje. Ze hield ons, de dierenlijfwachten, in de gaten.

Pim rolde met dichtgeknepen ogen door.

[Onze Pim is af en toe best stoer. Of stom.]

Standaard

Zeg het eens.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.