|
Soms moet je niet zeggen: Zie je wel, ik heb ’t je wel gezegd, maar soms kan ik dat gewoon niet laten.
Ik zei nog zo, toen Brrrr de taartjes kocht bij de eersteklas patissier: “Hoe ga je die mee naar huis krijgen?” Brrrr voorzag geen probleem.
“Gewoon.” zeidie. “In de fietsbak. Hoezo?”
“Dat gaat schudden.” waarschuwde ik. Brrrr wuifde dat vooruitzicht weg.
“Ik rijd voorzichtig.” bezwoer ie me. Ik liet ‘m maar in die waan. Ik had ’t ‘m in elk geval verteld.
Dus toen we na ’n wilde rit weer thuis waren, en Brrrr in de gebaksdoos keek en vloekte, had ik dus vooral niet moeten zeggen dat ik ’t ‘m al gezegd had.
[Niet dat ik m’n best niet deed, hoor. Maar ’t was sterker dan ik.]
Japan is er niks bij.
{Mowl: nu je ’t zegt.}
Wat een bende in die doos. Het smaakte er vast niet minder om.
{Mowl: ’t was zalig!}
Een arm om hem heen slaan en troosten … en ‘Och Goshie ..’ zeggen zou misschien beter hebben gewerkt.
{Mowl: ik mis ’t leedvermaak in jouw aanpak.}
Brrrr zou dan vast denken dat de draak met hem gestoken werd. Is ook niet goed. Bovendien is het best leuk om gelijk te hebben.
{Mowl: ja toch?}