|
“Nou, uw urine is helemaal schoon hoor.” zei de nurse practitioner door de telefoon. “Alleen…”
“Ja?” zei ik.
“We hebben wel ketonen gevonden.”
“Wat?” Ik had geen idee waar ze het over had.
“Ketonen.” zei ze. “Die kunnen wijzen op diabetes.”
“Nee hè!” ging ik. “Hoe schrijf je dat, Ketonen?”
[De nurse spelde het woord. Voor de zekerheid zocht ik het nog es na. Ik wil geen schrijffouten in m’n stukjes. Stel je voor.]
You could be an exception.
{Mowl: dat is mijn streven. Altoos.}
Whether this nurse is an academic or not,
making a diagnosis or a possible one , belongs to
the work of a doctor.
{Mowl: diagnose of niet, ik was er content mee.}
I’m sorry I misunderstood your story.
I thought you made it up to emphasize the necessity
of correct spelling.
Now I ask myself if this nurse is completely “nuts”.
You can’t make either a positive or negative diagnosis
after a finger- prick only.
To know for sure whether you have diabetes
you need a glucose-tolerance-test.
Secondly, it was not her task to say anything.
Tell her to hold her horses in the future. All the best.
{Mowl: in Nederland is een nurse practitioner een verpleegkundige op academisch niveau. Ze mag taken van een reguliere arts overnemen. Of daar het vaststellen van een diagnose onder valt, weet ik niet zeker. Maar dat ze me, aan de hand van de resultaten van mijn urine-onderzoek, wees op de mogelijkheid van diabetes, vond ik alleen maar prima. Als ze niks had gezegd, had ik mijn eigen conclusies wel getrokken — en die zijn meestal veel dramatischer.}
“… die kunnen wijzen op …” – zo’n nurse zou toch moeten weten dat deze nuance gelijk verloren gaat, en je bij het horen van het woord ‘diabetes’ onmiddellijk de conclusie trekt dat je een diabeticus bent … maar net als bij schuldig ben je niet diabetisch totdat het tegendeel bewezen is. Voorlopig gewoon doorleven dus … of is dat toch niet zo’n goed advies? (Ik zou het zelf ook niet kunnen opbrengen, vrees ik …) Kop hoog, René!
{Mowl: ik ben — geloof ’t of niet — vrijwel altijd optimistisch ingesteld.
Sommigen van mijn beste vrienden zijn diabetici.
{Mowl: geworden?}
Ik vermoed dat dit toch wel verder zal onderzocht worden? Mag je niet zomaar mee blijven rondlopen hoor.
{Mowl: wordt vervolgd.}
Queteaunen?
(Er zijn heel veel mensen die gelukkig zijn ondanks hun suikerziekte. Ik ken er een paar.)
{Mowl: geluk heeft slechts zijdelings iets met gezondheid te maken.}
jou blijft ook echt niks bespaard hé…
arme ziel.
{Mowl: niet op de zaken vooruitlopen.}
If I’m reading this correctly.
you prefer having diabetes
over making spelling errors.
The latter is easier to cure.
{Mowl: met ons onderwijssysteem waag ik dat te betwijfelen.}