|
Hoe schrijf ik dit nou beknopt?
Een zakelijke maar vriendelijke dame van de telefoonaanbieder bood mij en m’n moeder haar welgemeende excuses aan voor het horkerige gedrag van haar collega van de klantenservice, een week eerder. Als m’n moeder niet meer naar ze wilde overstappen, begreep ze dat best. Maar als ze dat toch nog zou doen dan zou de aanbieder alle kosten van een tijdelijk dubbel abonnement ruimschoots vergoeden. Plus de reeds gemaakte uitgaven, maar dat sprak vanzelf. Was er trouwens al een monteur geregeld? Nee? Dan zou de aanbieder daar ook nog wel voor zorgen. ’n Heel prettige dag nog, meneer.
’n Heel prettige dag nog, mevrouw.
[Slechts één klacht naar ’n telefoonmaatschappij was voldoende om ’t vertrouwen in de klantvriendelijkheid van ’t bedrijf volledig te herstellen. Eén klacht en ’n kopie ervan naar ’n consumentenprogramma op televisie, dan toch.]
Waar zouden we zijn zonder consumentenprogramma’s op televisie? Cuba? De Sovjetunie?
{Mowl: of dertig jaar geleden.}
Klagen helpt. Maar dan niet op de markt of in de kroeg maar richting degeen die de klacht heeft veroorzaakt. Dat vergeten veel mensen nog wel eens.
{Mowl: en ’n beetje hulp kan dan nooit kwaad.}
Jammer dat die cc nodig is. Maar wel goed dat het werkt, die stok achter de deur.
{Mowl: ho even — d’r kan nog van alles misgaan.}
Ligt er aan hoeveel beren je op de weg ziet. In z’on geval zet ik mijn bril af (of tegenwoordig doe ik mijn lenzen uit).
{Mowl: ’k wist niet dat je gehandicapt was.}
Binnenkort maar eens een parkeerkaart aanvragen.
{Mowl: altijd doen, joh.}
Medewerkers van telefoonaanbieders kunnen dus soms nog netjes zijn, helaas komt dat maar weinig voor.
{Mowl: afgezien van die ene hork, mag ik niet klagen, hoor.}
Lang leve het cc-veld.
{Mowl: inderdaad.}