De gelatenheid waarmee ik ’t bijna blijmoedige onderging van ’t omroepbericht dat verkondigde dat de trein over enkele minuten zou arriveren in plaats van over ’n vertraging te reppen gaf al aan dat ik niet lekker was.
De latere moeizame fietstocht van ’t station naar huis en ’t ontknopen van de veters van m’n schoenen werden uitdagingen van schier Olympisch niveau — voor ik in bed lag was ik compleet gebroken.
Maar toen kwam dan de zoete beloning — ’t warme dekbed dat me omhulde en beschermde tegen alles wat boos en bar was.
[Even later strompelde ik naar beneden en drapeerde mezelf op de canapé. Kort daarna kroop Pim op mij. Wanneer je grieperig bent komt ’n kat pas goed van pas.]
OUCH! Veel en snel beterschap gewenst René 🙂
{Mowl: met ’n warme poes komt alles goed.}
En nou wordt het net weer goed weer.
{Mowl: ik doe m’n best dan weer beter te zijn.}
Ben blij voor je dat Pim een kat is. Dat soort actie is vast niet goed voor je als je ziek bent.
{Mowl: moet jij es opletten.}
Ik hoop dat je er niet zo beroerd aan toe bent als die zonnebloem…
{Mowl: beroerder.}
Hoop dat je snel weer beter bent.
Het gezeldschap van een kat is altijd welkom
{Mowl: al is niet iedereen ’t daar mee eens.}
Ziek maar lekker uit René. Laat het dekbed en de kat maar hun werk doen!
{Mowl: bedankt. Dat komt wel goed.}
Take care and get better soon.
{Mowl: ach, ’t is alleen maar ’n koutje.}
Beterschap.
{Mowl: jij ook bedankt.}
Beterschap.
{Mowl: dank je.}