“Och.” antwoordde ik toen Moeder vroeg of ik d’r zin in had, vandaag.
“Hoe dat zo?” informeerde ze op ’n toon alsof ze ’t al wist. Ik aarzelde.
“Kerst heeft zo’n beladenheid, dit jaar.” zei ik toen. “Met eindelijk weer es de hele familie in ’t ouderlijk huis en die plotselinge ziekte van je. Ik weet niet.” Moeder lachte.
“O, maar ik ben nog lang niet van plan om te gaan.” zei ze. Ik merkte zekere opluchting.
“Beloofd?” wilde ik weten.
“Beloofd.” zei Moeder.
[Waarna m’n legendarische zwartgalligheid weer z’n kop opstak. Want zoiets belooft ze natuurlijk niet zomaar.]
Zulke beloftes zijn de beste
{Mowl: maar je hebt d’r feitelijk niks aan.}
Zij is waarschijnlijk nog van de oude stempel, die gelooft dat beloftes schuld maken.
{Mowl: zeker.}
Daarom: weest aardig voor de medemens want elke (kerst)dag kan de laatste zijn!
{Mowl: gelukkig denk ik daar niet altijd aan.}
Misschien wil ze volgend jaar bij jullie komen in-wonen 🙂 Volgens mij is dat wat ze eigenlijk beloofd
{Mowl: ik weet niet wie dat erger zou vinden — zij of wij.}
Hmmm ik heb een kanjer van een d – t fout geschreven René. Beloofd moet eigenlijk met t zijn. Je mag dat altijd verbeteren hoor 🙂 shame on me
{Mowl: verbeteren die ik niet. Nu ja, zelden. Ik wil je ‘ nog wel es veranderen in ’.}
ja raar is dat. Ik heb het ook al bij mijn man gemerkt, in een tekst zet hij soms de komma bovenin en niet onderin. Leren jullie dat zo op school?
{Mowl: komma’s staan ook bij ons altijd onderaan de regel.}
Ze belooft dat ze het niet van plan is….
{Mowl: meer kan ze niet doen, toch?}