|
“Heb je goed gestudeerd?” vroeg de ene examinator, meer voor de vorm, toen ik aan de grote tafel in ’n advocatenkantoor op de Amsterdamse Zuidas aanschoof.
“Nou, om eerlijk te zijn…” aarzelde ik. De andere examinator keek fronsend op. Ik zette me schrap.
“Op m’n werk zijn ze aan ’t verbouwen en nu zijn m’n studieboeken in verhuisdozen verdwenen.” bekende ik. Om d’r achteraan te piepen: “En ik weet niet in welke.” De tweede examinator keek de eerste aan.
“Goed.” zeidie, “Laten we maar beginnen.”
[Met als gevolg dat ik geslaagd ben. O ja, dat was ik nog vergeten te vertellen: voor Arbeidsrecht. En na ’t examen zijn we met de hele leergang uit wezen eten. Geen buffet, maar kalfszwezerik en tarbot.]
Proficiat!! 🙂 jij hebt meer moed dan ik om nog aan zo’n zware cursus te beginnen!
{Mowl: niks moed. Gratis lunches.}
Kijk. Die boeken hoef je volgende keer dus ook niet in te zien.
{Mowl: ik kan ’t gewoon zelf.}
GEFELICITEERD!!!
{Mowl: kalm! Maar bedankt.}
Gefeliciteerd joh
{Mowl: dankjewel.}
Gefeliciteerd! Nu kom je natuurlijk meteen, bij de eerstvolgende gelegenheid….die boeken weer tegen 😉
{Mowl: na de verbouwing dan toch.}
Gefeliciteerd!!
Ik herken de straat op de foto, niet zo gek ver daar vandaan ligt het Okura.
Daar had je ook bij Yamazato (1 michelin ster) of Ciel Bleu (twee michelin sterren) kunnen eten. Als je dan toch gaat vieren?!
{Mowl: de advocaten van de Zuidas eten bij Quartier Sud.}
Advocaten? De echte goede zitten echt sterretjes te eten bij het Okura hoor…
{Mowl: dan praten we wel strafrecht, neem ik aan.}
Zie je wel dat we je kennen…
En dan ook nog eens zonder boeken, uitslover!
Maar gefeliciteerd met die mooie 7.
Immers, het is taaie kost dat arbeidsrecht…
{Mowl: ’n klein misverstand, geloof ik. De titel van dit stukje slaat op ’t zevende boek van het Burgerlijk Wetboek, waarin (’n groot deel van) ’t arbeidsrecht is verankerd.}
Hopelijk wel uit de wok?
(Ik dacht het zal wel een examen ‘Schrijven voor internet’ zijn.)
{Mowl: Maar dat kan ik toch al? (En nee, geen wok.)}
Gefeliciteerd, toch?
{Mowl: ik geloof ’t toch wel.}
Proficiat, we wisten wel dat je het kon.
{Mowl: dat stond vroeger ook altijd op m’n rapporten — René kan ’t best, als ie maar wil.}