|
“Ojee.” zei Brrrr. Ik liep naar ‘m toe.
“Wat is ‘r?” vroeg ik. Hij stond voor ’t raam en keek naar buiten.
“De overbuurjongen.” knikte Brrrr. “Kijk.” Ik keek.
“Verrek.” zei ik. Ik zag de vriendin van de overbuurjongen met daarachter de overbuurjongen zelf — zij verkleed als dwerg en hij als Sneeuwwitje. De vriendin zag ons ’t eerst en zwaaide vrolijk. Overbuurjongen zelf keek meer betrapt. Hij grinnikte licht gegeneerd en wapperde wat ongemakkelijk met z’n hand. Snel stapten ze dan hun auto in en reden weg.
“Verrek.” zei ik nog maar es.
[De volgende ochtend waren de gordijnen nog open. “Niet thuisgekomen.” zei Brrrr. “Zeker de pompoen vergeten.” zei ik.]
Pompoen, dat is toch Assepoester?
{Mowl: dat verklaart ’n hoop.}
Ze zullen het wel erg gezellig hebben samen
{Mowl: ik vrees van wel.}
Wat carnaval betreft is Arnhem toch een beetje de Twilight Zone.
{Mowl: en dan zeg je ’t nog netjes.}
Ik snap het ook niet hoor, die verkleedpartijtjes.
{Mowl: vroeger wilde ik vaak iemand anders zijn, tegenwoordig alleen nog maar mezelf.}
Botsing der beschavingen?
{Mowl: beschavingen?}
Which civilizations ?
{Mowl: dat zeg ik.}
I said it first.
{Mowl: goed zo.}
Why always search for a deeper
meaning of the things you see ?
They were just being practical.
Snow white can hardly be smaller
than the dwarf.
{Mowl: met carnaval mag alles.}