Een schim maakte zich los uit de onderwereld onder het station. Hij gleed met een plastic vuilniszak in zijn handen geklemd over de schutting. De nacht leek nog te regeren, maar een kille en grijze belofte kondigde zich aan in deze uren, zo goed als onmerkbaar voor wie het niet zag.
In dit moment zag de figuur zijn kans schoon een schuilplaats te zoeken in de naderende ochtend. Snel en schichtig draaide de gestalte zijn hoofd om een oogwenk later op te gaan in het kleine aantal reizigers van dat vroege uur, welhaast onzichtbaar voor wie niet keek.
De treinen kwamen en gingen, mensen stapten in en uit en ergens was er iemand met een plastic vuilniszak.
[Wat romantisch, dacht ik aangedaan, als het niet zo kil en grijs was geweest.]
Volgens mij zit de romantiek meer in de schutting dan in de vuilniszak…
{Mowl: zo had ik ’t nog niet bekeken.}
The romance you see in this
escapes me.
{Mowl: ik snap mezelf geeneens, hoe kan ik dat dan van ’n ander verwachten?}