|
“Wie is Elisabeth?” vroeg ik. Ik las in het trouwboekje van de ouders van Tante — mijn grootouders. Tante bezag me.
“Betsie.” zei ze. “Mijn tweelingzus.” Ik legde het boekje neer.
“Uw tweelingzus?” herhaalde ik. “Dat heb ik nooit geweten.” Tante pakte het trouwboekje.
“Ik ben een half uur na haar geboren, zie je?” zei ze en wees op de bladzijde. “Maar Betsie heeft maar een paar maanden geleefd. Ze is gestorven in…” Tante prakkiseerde.
“Februari.” spelde ik. “Na een paar maanden.”
Tante knikte.
“Ja.” zei ze. “Februari.”
Ze ging met haar handen langs de rand van het trouwboekje.
“Je mag het wel meenemen.” zei ze. “Om er een kopie van te maken.”
[Dankbaar nam ik het aan. Volgende week moet het terug. Iemand van het historisch genootschap gaat Tantes herinneringen optekenen. En wat al is vastgelegd, is daarbij meegenomen, natuurlijk.]
Wat schreef men statig en stijlvol toen! Ben ik wel eens jaloers op.
{Mowl: kom daar vandaag de dag nog maar es om.}
Gelukkig heb jij een weblog om alles op te tekenen.
{Mowl: jij gelooft dus ook alles wat je hier leest?}