Genoegdoening

Ik stormde de spreekkamer in. Verbaasd keek mijn huisarts mij aan.

-“Neemt u pl..” probeerde zij, maar ik was haar voor.

-“Nee, mevrouw, ik neem geen pl. Neemt u zelf maar pl en luistert u naar wat ik u te zeggen heb!” Verbouwereerd ging ze zitten. De dokter had geen idee wat haar overkwam.

-“De laatste keer dat ik hier was heeft u een verkeerde diagnose gesteld.” hernam ik. “Wat zeg ik – verkeerd? H?!” Ik lachte schamper. “Ik bedoel eerder rampzalig! Catastrofaal! Bijna noodlottig!”

Ik leunde op het bureau van mijn huisarts en keek in haar angstige ogen.

-“In uw oneindige deskundigheid heeft u gemeend te kunnen vaststellen dat mijn kuitspier was gescheurd – h?!” Mijn schampere lach werd in reprise genomen.

-“Maar – dat was toch ook…” probeerde de steeds wanhopiger wordende vrouw.

-“Zwijg!” beval ik haar. “Het is nu m?jn beurt om mijn stem te laten horen. Ja, zelfs te verheffen! En nee – het was niet ook!” Ik was even stil. Mijn ogen onderzochten de blik van mijn huisarts. Het was nu tijd om met de waarheid te komen.

-“Die gescheurde kuitspier was in werkelijkheid -” Ik pauzeerde even. “- was in werkelijkheid – trombose!” Ziezo. De huisarts slaakte een verschrikte kreet en sloeg een hand voor haar mond.

-“Nee!” wist ze uit te brengen.

-“Jawel!” triomfeerde ik. “En weet u waar uw onoplettendheid in resulteerde?”

Ze sloeg nu ook haar andere hand voor de mond. “Toch niet…”

-“Zeker! Een longembolie!” Ik sprak het woord uit, terwijl ik met mijn rechterwijsvinger in de lucht priemde. (Als dit ooit wordt verfilmd, moet de acteur die mij speelt – Brad Pitt bijvoorbeeld – van onder af worden genomen. De belichting van de achtergrond moet nu vlammenrood worden.)

-“En op vrijdag 16 januari 2004 heeft uw verzaken geleid tot een dubbele longinfarct, die -” (de steeds wilder wordende begeleidingsmuziek zwakt af en kalmeert tot een sinistere, langaangerekte noot) “- mijn dood had kunnen betekenen…” De laatste woorden sprak ik fluisterend, bijna sissend.

Het gezicht van mijn huisarts werd bleek. Haar lippen begonnen te trillen. Vocht verzamelde zich in haar ooghoeken. Langzaam, enigszins wankelend, stond ze op. Ze keek langs me heen. Wist ze nog waar ze was?

-“Mijn grootste angst bewaarheid.” prevelde ze. “Mijn grootste angst… Ik heb gefaald als arts – als mens!” Met beide handen pakte ze haar stethoscoop en rukte hem van haar nek. Walgend wierp ze het ding van haar af. Het brak het glas van een diploma aan de muur. De stetoscoop viel, met de scherven, op de grond.

Mijn huisarts brak in tranen uit en rukte de witte jas van haar lichaam.

-“Gefaald! Ik heb gefaald!” kermde ze. Ze rende de spreekkamer uit, de praktijk uit. Buiten hoorde ik de remmen van een auto, een doffe klap.

(In werkelijkheid ben ik inderdaad bij mijn huisarts geweest. Ik heb haar verteld wat er is gebeurd. Ze schrok en bood haar excuses aan. Ze stelde het zeer op prijs dat ik het haar zelf was komen vertellen. Ze had ook best begrepen als ik kwaad was geweest.

-“Ach,” zei ik, “Iedereen kan fouten maken.” Ik schudde haar hand en ben gegaan.

Zou dit consult nog in rekening worden gebracht?)

Standaard

Zeg het eens.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.