Wat ze had willen doen of wat d’r allemaal binnen was gebeurd — daar kan ik alleen maar naar gissen. Feit is dat de vrouw duidelijk onbedoeld ’t postagentschap uitkwam met ’n pakje.
Ze was met de fiets. Aan de bagagedrager hingen al twee volle boodschappentassen en ook ’t mandje aan ’t stuur was al helemaal volgestouwd.
De vrouw had er de pé over in. Ze legde ’t pakje achterop de fiets. ’t Wankelde en dreigde te vallen. Maar ’t viel niet. De vrouw wiebelde wat met de fiets, ’t pakje wankelde nog meer — maar bleef liggen.
[Uiteindelijk besloot de vrouw met één hand op ’t pakje en ’t andere aan ’t stuur te gaan lopen. Ze vloekte niet, o nee. Nog niet, tenminste.]
Ze was zich vast ook niet bewust van het feit dat ze de volgende dag met d’r kont op internet zou staan.
{Mowl: ’t is gelukkig geen herkenbare kont.}
het brengt nogal wat teweeg he’?…internet
{Mowl: ik kon ’t niet goed zien.}
Soms willen we te veel.
{Mowl: je hebt ’n beknopte wijsheid.}
Anders dan wij mannen zijn vrouwen in staat meerdere dingen tegelijk onderhanden te hebben. Dat heet doelmatigheid. Als er dan af en toe iets niet helemaal gaat zoals gepland, moeten ze natuurlijk toch een uitweg vinden. En ondanks (of wellicht dankzij) haar gemoedstoestand is dat deze dame blijkbaar gelukt. Soms is zijzelf gewoon teveel op haar eigen fiets … dan maar lopen! Clever! Zie je dat een man al doen?
{Mowl: ik loop altoos met m’n fiets.}