|
Ik zat die avond met drie onbekende mannen in ’n taxi. ’n Computerdeskundige, ’n steward en ’n psychotherapeut. En, o ja, de taxichauffeur — vier onbekende mensen dus.
De trein was gestopt in Driebergen-Zeist en reed niet verder. De conducteur raadde ons aan om terug te keren naar Utrecht, daar de trein te nemen naar ’s-Hertogenbosch en zo om te reizen naar Arnhem. Maar daar had ik geen trek in. En de onbekende mannen ook niet.
“Zullen we ’n taxi delen?” had de computerdeskundige me gevraagd. Ik knikte.
[De blaadjes vallen. Wat ik begreep waren d’r zeker drie mensen die dat die avond niet aankonden.]
Zelfmoord is zo’n beetje maandelijkse kost voor de ervaren treinreiziger.
{Mowl: is dat zo? Mijn treingang wordt slechts zelden verstoord door suïcide.}
Herfst is voor sommige mensen een hele trieste donkere periode. Dat het ook met de economie niet zo goed gaat, kan net die ene klik zijn waardoor mensen besluiten dat het voor hen niet meer hoeft. Dat dan nog drie mensen tegelijk dit besluiten, maakt het allemaal nog extra zo wrang.
{Mowl: maar ’t is wel zo efficiënt.}
Wel spannend met 4 onbekende mannen:-)
{Mowl: nou. Nee.}
I misunderstood you.
I thought you were still talking
about the people in the taxi.
{Mowl: ik had duidelijker kunnen zijn.}
Ik heb het zeker niet goed begrepen …
{Mowl: dat kan.}
Als ik je kleine lettertjes goed begrijp, dan vind ik het heel erg van die drie mensen. En nog erger vind ik het dan voor het NS personeel. Ik hoop dat ik je NIET goed heb begrepen.
{Mowl: ik vrees van wel.}
Did you belong to those three ?
{Mowl: dan had ik dit niet meer kunnen schrijven.}