Voor een eenvoudig audiosnoertje ging ik naar een audiozaak.
“Wat voor kwaliteit had u gewenst?” vroeg er de specialist. Ah! Hier was ik op bedacht. Op zo’n vraag moest ik laag inzetten, wist ik uit ervaring.
“Gewoon.” zei ik daarom. “Middelmatig.” De specialist knikte en wees naar z’n assortiment.
“Die heb ik vanaf negenenzestig euro.” zeidie. M’n adem stokte.
“Wat…” deed ik.
“Tot driehonderd.” vervolgde de specialist zonder met z’n ogen te knipperen. “Euro.”
“Drie…” Ik probeerde mezelf en de rest van ’t woord te hervinden. “Driehonderd? Euro? Voor een middelmatig kabeltje?”
[Ik stelde m’n kwaliteitseisen drastisch bij. Inferieur was ineens goed genoeg voor mij. Een audiokabeltje voor doven en slechthorenden, zeg maar.]
Was het die winkel naast de bieb in de Koningsstraat?
{Mowl: die ja.}
Mijn zwager was laatst blij met een koopje op dat vlak. Afgeprijsd van 650 naar 250 euro. Mwoah…ik zing wel zelf. Zoiets.
{Mowl: soms kan gezang ook geld waard zijn. Om ’t te stoppen, bijvoorbeeld.}
Hmmm als koper zo duur is, waarom gebruiken ze geen glasvezel voor die kabeltjes?
{Mowl: vraag je dat aan mij?}
De Chinese kinderarbeiders hebben hoog ingezet bij de laatste cao-onderhandelingen.
{Mowl: boycotten dan maar?}
Koper is duur de laatste tijd.
{Mowl: de koper ook.}
Draadloos heeft niet voor niets de toekomst.
{Mowl: ’k ben d’r helemaal voor.}
En zelfs voor dat kabeltje heb je waarschijnlijk te veel moeten betalen.
{Mowl: wrijf ’t nog es in.}
What a rip-off !!
{Mowl: is ’t geen schande?}
Wel behoorlijk duur voor zo’n snoertje zeg.
{Mowl: vertel mij wat.}