“Kampioentje!” kreeg Brrrr te horen toen ie net de boodschappen in z’n fietsbak laadde. Hij draaide z’n hoofd en zag ’n man van middelbare leeftijd met ’n brede grijns op z’n knikkende gezicht.
“Kampioentje!” herhaalde die, toen ie de niet-begrijpende blik van Brrrr zag. “We zijn allemaal kampioentjes!” ging ie verder. “Vitesse!” legde ie uit. “Vier tegen één tegen Ajax!” Z’n grijns werd nog breder. “Kampioentje!”
Even leek ’t d’r op dat de man Brrrr op zijn schouder zou slaan, maar hij bedacht zich kennelijk en liep door, ’t hoekje om en zo de supermarkt in.
[“Die actie met die voetbalplaatjes begint toch wel ernstige vormen aan te nemen.” zei Brrrr toen ik terugkeerde van de winkelwagentjes.]
Maar gelijk had íe wel, natuurlijk. Het was een heuglijke dag.
{Mowl: voor wie?}
Vrolijk mannetje:-)
{Mowl: nou.}
Gaat het al een beetje beter?
{Mowl: maar natuurlijk.}
„Kampioen moet je doen”, zou Balkenende zeggen.
{Mowl: Balkenende zegt zo veel. En tegelijk zo weinig, trouwens.}