Tiktak, ging het. Tikkerdetak. Tikkerdetaktak. Tik. Zoiets.
Ritmisch klikte de bruine rechterschoen op de vloer van de coupé. Waarschijnlijk op de maat van muziek die de man in de schoen door zijn oortelefoon hoorde.
Soms bleef het even stil. De schoen rustte dan roerloos op de vloer. Misschien omdat de muziek was gestopt. Of omdat er gewoon even een kalm moment was gekomen.
Ik was benieuwd naar welk genre de man in de schoen luisterde. Aan zijn gezicht of uiterlijk viel niet op te maken of het jazz was of klassiek. Pop of rock. Hij was een doorsnee man. Met een doorsnee spijkerbroek en een doorsnee grijze jas. En doorsnee bruine schoenen.
Tiktak, deed de schoen. Tikkerdetak. Tikkerdetaktak.
[Alle mogelijke muzieksoorten probeerde ik te rijmen met het ritme van de schoen. Zodat ik pas veel te laat in de gaten kreeg dat het voortdurende getik me eigenlijk heel erg op de zenuwen werkte.]
Ik luister meestal klassiek op m’n mp 3
{Mowl: nog ’n bepaalde voorkeur?}
Ik zie je al zitten. Op je knieën, op de grond onder de bankjes door turend, met je camera (op telefoon?) en dan de foto maken, denkende aan de irritatie die de voet bij je oproept.
Dit was ogenschijnlijk een rustig moment. Want zijn voet rust op de grond.
{Mowl: ’t ging iets anders. Zelfontspanner ingesteld en ’t toestel stiekem op de vloer geschoven. Wel eerst de flits uitgezet, natuurlijk.}
Dat je nog zo onopvallend die foto hebt kunnen maken… of is dat em niet?
{Mowl: jawel.}
Het zal wel gewone muziek geweest zijn. Frans Bauer of Jan Smit.
{Mowl: dat moet haast wel.}
Het aangegeven ritme duidt mogelijk op een nummer van Status Quo. Good ol’ fashioned rock’n roll dus.
{Mowl: of antiek.}