“Het is koopzondag in Presikhaaf!”
“Presikhaaf?” Viezer kon Brrrr niet kijken.
“Ze hebben er wel een Hema.”
Dit gesprek volgde op de ontdekking door Brrrr dat de kaasfondue die hij had gekocht op de markt niet meer goed was. En dat terwijl we eters kregen. Maar Presikhaaf zou ons uitkomst brengen, zo beloofde internet.
Nu moet ik misschien uitleggen dat Presikhaaf heul erg is. Het winkelcentrum was ooit Arnhems trots, want de eerste in zijn soort van het land, maar tegenwoordig is het, nu ja, er komt volk. Maar ja, Hema, hè. En kaasfondue. Dus we waren blij met de zondagopenstelling die internet ons had beloofd.
Internet had gejokt.
Toen we eindelijk het winkelcentrum binnenreden was het doods. Stil. De wind blies door de verlaten galerijen.
Om in stijl te blijven zijn we die avond maar gaan wokken.
[Het begon natuurlijk al fout doordat Brrrr de fondue niet zelf maakte, maar kant en klaar had ingekocht. Da’s vragen om problemen.]
Presikhaaf sterft?
{Mowl: als het niet al morsdood is.}
Wokken! Klinkt lekker 🙂
{Mowl: kom morgen nog maar es terug.}
Maar ik vond het wokken een heel bezondere ervaring en die had ik anders gemist!
{Mowl: nou.}
Presikhaaf leefde dus toch NIET? Informatie op internet kan soms ook zo verradelijk zijn….
{Mowl: het was ook te mooi om waar te zijn.}