![]() |
|
Dat we de stenen bloempotten, die we na het opruimen kwijtwilden, naast de afvalcontainer hadden gezet in plaats van erin gegooid, was de man in de tegenoverliggende etagewoning niet ontgaan. Heftig gebarend stond ie voor ’t raam ons de les te lezen.
“’t Zijn mooie potten.” mimede ik m’n verweer met mijn handen in de lucht. “Die kunnen we toch niet zomaar kapotgooien?”
“Misschien wil iemand anders ze wel hebben.” droeg Brrrr z’n steentje bij. Maar ook daarmee wist hij de man, die steeds bozer leek te worden, niet te bereiken.
“Zijn we nu milieucriminelen?” vroeg ik Brrrr toen we even later veilig uit zicht waren.
[Enkele minuten later kwamen we weer terug op de plaats delict. De bloempotten waren verdwenen. En het bewijs van onze schuld uitgewist.]
Ik vind dat dat soort mensen zich nergens mee moet bemoeien. Hij slaat waarschijnlijk zijn kinderen.
{Mowl: als die op ’m lijken, geef ik ’m groot gelijk.}
Nou is er dus iemand anders blij mee.
{Mowl: ja. En pas je je URL even aan?}
Misschien deed hij net teken dat hij ze wel wou hebben? 🙂
{Mowl: dat had ook wel wat vriendelijker gemogen.}
Sinds wanneer is hergebruik een milieudelict?
{Mowl: sinds ’t plaatsen van restafval naast de container een boete van vijftig euro kan opleveren.}
Geen lijk, geen moord.
{Mowl: bovendien ontken ik alles.}