“Wat een mooie naam.” vond ik toen de dame zich voorstelde. Vergiste ik me of krulden haar mondhoeken ietwat omhoog?
“Adellijk.” zei ze. Hierbij legde ze haar rechterhand decent op haar linker.
“Eerlijk?” vroeg ik. “Wat bent u dan?” De vraag kwam d’r nogal rechtstreeks en kinderlijk uit, maar ’t scheen me niet te worden aangerekend.
“Barones.” zei de dame.
“Gunst.” reageerde ik, “Die zie je ook niet veel meer.”
“O jawel, hoor.” zei de dame nu met iets verheven kin, “Ik kom d’r nog genoeg tegen.”
[’k Had zelf ook best van adel willen zijn. ’k Zou ’t best verdienen om van adel te zijn. Soms droom ’k da’k van adel ben. Maar elke ochtend word ik weer titelloos wakker. ’t Is het lot, zullen we maar zeggen.]
Als het aan mij ligt mag iedereen zijn eigen adellijke titel uitkiezen. Maar dan is het meteen niet meer zo bijzonder.
{Mowl: en daar gaat ’t nou net om.}
Je achternaam helpt al een hoop schat!
{Mowl: wat een huwelijk niet vermag.}
Van waar tot waar is deze barones barones?
{Mowl: van niks tot nergens — ze is ingetrouwd.}
Bij Tony Blair scheen je ze vroeger gewoon te kunnen kopen.
{Mowl: op eBay ook.}
Jij van adel….. en dan lekker neerkijken op ons plebs, niet?
{Mowl: jazeker. Maar wel minzaam.}
Liever een adelijk leven dan een adelijk titel.
{Mowl: en zo is ’t maar net.}
Ach als ik mijn stamboom bekijk kom ik genoeg adelijke titels tegen.
Ik heb er helaas nu niets meer aan
{Mowl: niks geërfd? Ook niet een klein titeltje?}
Jealous of Miss Hoity-Toity ?
{Mowl: ’tuurlijk niet. Misschien een beetje.}
Toch jammer dat Het Land van Ooit failliet is…….
{Mowl: maar dat was niet echt, hoor.}