Krap

Een kunstwerk is nooit immoreel. De perversheid begint waar de kunst ophoudt. Raymond Poincaré

Ik geef toe, ik had de beste plek uitgekozen. Maar, hé, het was stil in de zaak en ik zag geen bezwaar om breeduit te gaan zitten. Bovendien was er nog plek zat.

De dames zagen het anders. Die ene tenminste, die als eerste van de trits haar hoofd om de deur stak en daarna in een rechte lijn op mij afkwam. Ik zette me al schrap.

“Kunt u misschien ergens anders gaan zitten?” vroeg ze, “Wij zijn met ons drieën.”

“Scheer je weg, feeks,” reageerde ik, “er zijn voldoende zitplaatsen in dit etablissement waar u met uw vriendinnen uitgebreid muntthee kunt drinken. Ik was hier het eerst en ben niet van zins uitsluitend voor uw gerief te vertrekken. Opzouten nu!”

Althans – dat hád ik kunnen zeggen. In plaats daarvan raapte ik mijn spullen met mijn vriendelijkste glimlach bij elkaar.

“Natuurlijk,” suikerde ik, als ik opstond, “met alle genoegen, dames.”

Standaard