“Het is toch niet gevaarlijk?” aarzelde collega M toen ze op het punt stond een paar druppels nepparfum op haar polsen te smeren.
“Ben je gek?” zei collega C, “’t Is hartstikke veilig. Getest en alles. Net als de dure parfums, maar dan goedkoper.”
De lichte argwaan van M verdween toen ze de geur op haar huid rook.
“Mmm.” klonk ze blij verbaasd, “Het valt niet tegen.”
Ze wreef de polsen tegen mekaar en rook nog es.
“Het ruikt zelfs heel goed.” C glunderde en pakte alvast de bestellijsten.
“Ik heb alle topgeuren.” zei ze. “Maar dan stukken goedkoper.”
M wreef over haar polsen.
“Het begint nu toch een beetje te branden.” zei ze bezorgd.
[“Een overgevoelige reactie.” verklaarde C toen M even later haar polsen onder de kraan stond af te spoelen. “Gebeurt bijna nooit.” Gelaten borg ze de bestellijsten maar weer op.]
Er zat een luchtje aan.
{Mowl: gevat.}
Les 1 voor het opbrengen van parfum: wrijf NOOIT met de polsen tegen elkaar! Deppen is beter… Met wrijfen verpest je de geur namelijk…
{Mowl: kom je nou mee.}
Tja, de staaltjes heten niks voor niks monsters. Als je er genoeg van op je huid smeert word je vanzelf een monster. ja toch?
{Mowl: ja hoor.}
Het schijnt dat Miltvuur helemaal hot is deze zomer.
{Mowl: als het in parfumvorm te krijgen is, heeft C het.}