|
Collega I had een sms’je gekregen. Ze liet ’t me zien.
Majal en Hedwig zijn dolgelukkig met de geboorte van hun dochter. las ik. Ik keek naar I.
“Wat leuk.” zei ik. “Wie zijn Majal en Hedwig?”
I trok met heur lippen.
“Ik heb werkelijk geen flauw idee.” zei ze.
[Da’s ’t verschil met vroeger: verkeerd bezorgde boodschappen werden toen nog heel beschaafd en heel discreet ongeopend en ongelezen geretourneerd. Tenzij ik ze had ontvangen, natuurlijk.]
Kon ze niet terug smsen?
{Mowl: ach, da’s ook zo wat.}
Jullie kunnen toch wel een beetje blij zijn voor Majal en Hedwig?
{Mowl: wat dacht je wat!}
Leuk voor ze.
Ik ben altijd benieuwd naar de naam.
{Mowl: laten ze die nou niet hebben meege-sms’t.}
Ongeacht wie het zijn, vanwege de feestvreugde trek ik vanavond wel een wijntje open.
{Mowl: ’t is elke dag wel feest.}
Van harte Majal en Hedwig! wie jullie ook mogen zijn.
{Mowl: wat maakt ’t uit.}
Mijn moeder had ook een nageboorte, ook een rooie
{Mowl: in wat voor fase zit jij eigenlijk?}
M’n moeder had vroeger ook een FIAT 500. Een rooie.
{Mowl: leuk zijn ze, hè?}
Ook bijzonder dat er in de derde persoon aan gerefereerd wordt. Het lijkt wel of een derde persoon het heeft getypt en verzonden.
{Mowl: da’s typisch voor ouders. Zodra d’r ’n kind is uitgepoept bestaan ze eigenlijk niet meer en noemen ze mekaar zelfs mama en papa.}