“Buurvrouw!” hoorde de Ene Buurvrouw. Ze draaide zich om.
“Buurvrouw!” groette ze de Andere Buurvrouw. Die kwam aangelopen met twee kinderen aan haar zijde.
“Hoi.” zei de Ene Buurvrouw tegen het jongetje dat ze herkende. Van het meisje naast hem keek ze vragend naar de Andere Buurvrouw. “En dit is?” vroeg ze.
“O,” zei de Andere Buurvrouw. “Dat is zijn vriendinnetje.”
“Een vriendinnetje.” corrigeerde het jongetje.
“We zijn geen geliefden.” verduidelijkte het meisje ernstig. Het jongetje trok een vies gezicht.
“Jakkie.” betoonde hij. “Nee zeg.”
[“Wel jammer.” fluisterde de Andere tegen de Ene Buurvrouw. Ze glimlachte naar het meisje. “Haar vader is chirurg.”]
Liefde kan altijd nog.
{Mowl: eerst seks.}
Sometimes , children
have more sense
than grown-ups.
{Mowl: wanneer raken ze ’t kwijt, denk je?}