Onberekenbaar

Scherpstellen van het verleden is de mist van donderend blijdschap.

Scherpstellen van het verleden is de mist van donderend blijdschap.

Tijdens de rustpoos zag ik de man ijsberen in cirkels, een peuk hing aan de lip. Ik keek hem aan, hij keek terug, zo ging het een minuut door. Toen kwam hij naar me toegestruind, zijn gezicht aanschouwde streng en de ploeterige expressie was duidelijk aanwezig. Het leek wel een indiaan, die ‘t beharde leven had ervaren, dacht ik.

“Ze speelt de baas, hoorde je dat niet, zo net binnen, alsof een afwasser niets waard is.” reageerde hij gespannen.

“Het is mezelf niet opgevallen tijdens het overleg, negeer het dan.” antwoordde ik.

“Hoe kan ik dat doen dan? Ik mag niets zeggen,” zei hij malicieus. “Zij heeft mij er persoonlijk op geattendeerd, lef.”

De man was even verbaasd, staarde een seconde naar de bank en keek mij vicieus aan.

“Ik heb ook moeten ploeteren als een dertienjarige jongen,” zei de man. “Als ik het niet goed deed kreeg ik de vuisten op m’n schedels of de tikken op de rug en toch ploeterde ik door.”

“Daar kan ik me zeker in verplaatsen,” reageerde ik, “voor mij is het een bestemming van adoratie. Bedoel, heb dat ook op die fiets meegemaakt.”

Achter ons ging de brede deur open, de vrouw waarmee wij een overleg hadden, gaf aan dat de tussentijd er op zat, ze wenkte. We kwamen langzaam bij de deur, de man naast mij ijsbeerde.

“Tot tien tellen, en weer laten gaan, Renee, dan zal het wel scheiden.”

Standaard

Zeg het eens.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.