“Schaam je je soms?” vroeg ik nogal direct. De verkoper van de tweedehandskledingzaak had, nadat ik er even naar had gekeken, het boek bij de kassa snel een kwartslag gedraaid. Het werk, had ik in de gauwigheid gezien, ging over de manier waarop de Koran moet worden geïnterpreteerd. De jongen leek verlegen met mijn opmerking, las ik aan de vinger die de rand van de kaft geruststellend masseerde.
“Neeneenee.” bezwoer hij stellig. “Het is geen schaamte, het is meer…” Een haperende stilte volgde die ik makkelijk had kunnen breken. Toen ik dat niet deed hernam de jongen zich. “Het is persoonlijk.” zei hij.
“Ah.” herhaalde ik. “Persoonlijk.”
“Ja.” knikte de jongen, opgelucht na zijn woordvondst. “Persoonlijk.” Daarna klapte hij het boek helemaal dicht, met de achterkant naar boven.
[Daar stonden we dan, dacht ik, de gelovige en de zondaar. Dat wil zeggen, als hij me de kans maar had gegeven.]
Er is maar één iemand die weet hoe je de Koran moet interpreteren en dat is meneer Wilders zelf.
{Mowl: euhm. Laat ik maar niks zeggen waar ik over veertien maanden spijt van krijg.}
’t zal mij een zorg zijn wat een ander leest
{Mowl: maar wat lees jij?}
Dat antwoord ik voortaan ook als iemand me vraagt of ik me ergens voor schaam: “Het is persoonlijk.” Overal vanaf.
{Mowl: zo leren we van mekaar.}
Literature, music, art ,
or whatever, your thoughts
always seem to dwell
beneath the belt.
{Mowl: ja? Oja. En dat is slecht. Toch?}
Who talked about bad ?
I didn’t.
Only….repetition of a
subject and predictability
could give the impression
of a small world of thinking.
{Mowl: gelukkig, ik was al bang dat ik me zorgen moest maken.}
Werd het zomaar persoonlijk in de kiem gesmoord…
{Mowl: vreselijk jammer.}
Gelukkig maar dat je ook kunt zondigen indien je niet-gelovig bent.
{Mowl: ’t zou in elk geval ’t eerste zijn wat ik deed als ik gelovig was.}