Pathos

15837605584_400f1d79d9_o

De treden voelden zwaar aan, bij elk verzet bewogen de muren mee. Het is alsof ik een geest zag, die steeds verscheen en weer vertrok. Een trekking uit ‘t zuiverste, want normaal gesproken zouden ze mij hebben opgewacht. Besloot de treden af te maken, tree voor tree, geen weg meer terug. Bijna bij nummer 71, dacht ‘t brein.

De verliefdheid was op een buitengewone manier de aardse Mars opgeklommen. Het voelde als Mount Everest alsof ik ieder moment m’n vleugels kon spreiden. In mijn gedachtegang horen we bij elkaar. Een beklimming vanjewelste, ik klopte aan, gespannen met metalen vuisten, die alleen zweetten door de palmen van verliefdheid.

De deur ging eindelijk los, op een kier, daar stond hij.

“Zeg wat doe jij hier, was het straatverbod niet duidelijk, idioot. Ik heb schoon genoeg van je obsessies. Laat me met rust, Thomas. Je hebt hulp nodig maat.” schreeuwde Mike.

“Laat me naar binnen. Ik kan er ook niets aan doen dat ik verliefd op je ben.” glimlachte ik hemelsbreed. “Dat kan gebeuren, toch. Is dat waarom je mij zo haat?”

Zag aan Mike’s houding dat hij mij wilde, dus reikte ik m’n hand. Hij keek alsof hij mij wilde voelen. Als vanouds, dacht ik.

“Ga weg, alsjeblieft. Wanneer houdt deze krankzinnigheid op. Ik heb je al geholpen in je lijn van leugens. Toen ik moest doen dat ik een relatie met je had.” antwoordde Mike. “Denk eerlijk gezegd dat onze vriendschap, door de bedolving van zand begraven zal worden. Gestoord ben je, hoor je me, of ik bel de politie.”

Blijkbaar was de hand te afstandelijk voor hem. Wellicht moest ik directer zijn. Ik haalde het veiligheidsslot van zijn deur af. Zag dat hij het comfortabel vond. Wie niet waagt die niet wint, dacht ik.

“Mike, we hebben iets samen. Dat voel je, toch?” reageerde ik hartstochtelijk. “Onze chemie heeft niemand, er is een vlam tussen ons.”

“Tussen ons? Je bent in de war, zoek hulp. Mijn hand ligt al aan de telefoon, één knop.” zei Mike. “Of je kunt gaan brommen.”

Beknelt in de zere, door de zeeën van dilemma’s en verstopte het achter me. We moeten samenkomen, dacht ik, er is geen weg meer terug.

“Ik ga de politie bellen, dit duurt mij te lang.”

Net voordat Mike het nummer intoetste greep een mes hem in ‘t hart.

De rode zee van liefde walmde naar me toe, eindelijk samen. Mike’s hoofd lag scheef, even recht leggen. Je zult het wel koud hebben, ik ben spoedig bij je. In de hemel zul je het wel begrijpen, dacht ik.

“Tegen wie praat je, schores en waarom loop je om je as heen.” riep de cipier

“Niets aan ‘t handje, cipier, was de bijbel aan het doorlezen en praatte daarom zo luid. De kerkbellen doen me aan thuis denken. Ik heb last van heimwee.” antwoordde ik.

“Je mag gaan luchten, het is tijd voor de nodige zuurstof, gevangene.”

Standaard

Zeg het eens.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.