Eeuwen geleden, toen ik nog in Nijmegen op kamers woonde en mijn studie professioneel verwaarloosde, was er een tandtechnicus die in de avonduren een frietkot uitbaatte. Of een patatbakker die overdag gebitten in mekaar prutste, dat is me om het even.
Hoe dan ook: de man maakte en verkocht de lekkerste kroketten die ik ooit heb gegeten. Man, wat smaakten die kroketten hemels! Nooit meer betere tegengekomen!
Tot op de dag van vandaag, wanneer ik langs een bordje kom waar ‘Tandtechnicus’ op staat, draai ik mijn hoofd voordat het water me in de mond loopt.
[Zo gaan associaties. Ik zal je maar niet vertellen wat er door me heen gaat als ik een flesje bubbels zie.]
Je zou maar bij hem in de stoel zitten en in een holle kies zit nog een stuk van 1 van zijn kroketten…
{Mowl: in zijn holle kies of de mijne?}
Lijkt mij erg lastig als je in de tandartsstoel zit bij een tandarts die ook tandtechnicus is en zijn diploma’s aan de muur heeft hangen. Maar dat is misschien wat ver gezocht…
{Mowl: of een prijslijst van de snacks.}
mmm.. vage combinatie
{Mowl: het ging mij om zijn kroket.}
Zeg hou ’s even op met die drie enge kruisen achterelkaar kwa plaatje!
{Mowl: werkt wel sfeerverhogend, nietwaar?}