Potje

Mannen zijn als groente: hoe uitgekookter hoe minder verteerbaar. Beate Hasenau

“Gooit u er nou glas in?”

Ik had me nog zo voorgenomen me nergens meer mee te bemoeien, maar toen ik langs de gft-container liep en een klinkend geluid hoorde, draaide ik me toch naar de man die hem had geopend. Het was misschien pure nieuwsgierigheid en niet meer. Dat ter verdediging.

“Een groentenpotje,” bevestigde hij, “rode kool.”

“Maar dit is een gft-bak,” zei ik, “daar moet dat niet in.”

“Ik begrijp u,” zei de man, “maar dit was een groentenpotje. Er zat rode kool in.”

Ik moet hem verbijsterd hebben aangekeken. Minzaam besloot hij me te onderwijzen.

Groenten-potje,” herhaalde hij behulpzaam, “rode kool.”

Hij glimlachte.

“Veel mensen denken dat,” zei hij, “dat rode kool geen groente is, omdat het rood is. Maar dat is het wel. Rode kool is gewoon groente en een leeg rodekoolpotje moet dus ook gewoon bij het gft.”

Hij glimlachte.

“Simpelweg algemene kennis, meneer.”

Standaard