Stom beest

pim

Zonder poes komt het nooit helemaal goed.
Midas Dekkers

Uiteindelijk is ’t maar ’n stom beest, wist ik. Bedoeld om te overleven. Hechten is uitgestelde zelfkwelling. Hoeveel verstand moet je hebben om dat te beseffen? Ik keek opzij.

In de hoek van de bank lag Pim, opgerold. Z’n ogen waren bijna gesloten. Door ’n kiertje keek ie de wereld in.

Hoe dooft ’t licht? dacht ik. Ik kneep m’n ogen toe. Ongeveer zoals Pim ze dicht had. Maar nog net niet. Alles werd vager — alsof ik m’n bril niet op had.

Is dat ’t? dacht ik. Dat alles minder scherp wordt? Zachter?

Ik streelde Pim. Hij kreunde zacht. Dan sloot ie z’n ogen. Ik volgde ‘m.

Met m’n hand voelde ik ‘m ademen. Rustig. Ik probeerde me voor te stellen of ie zou dromen, nu. En wat. Maar d’r kwam niks in me op.

“Stom beest.” fluisterde ik.

Standaard

Een gedachte over “Stom beest

Zeg het eens.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.