’t Kleine Huis op de Prairie

bevroren
Het leven komt op je af als ijskoud water op een blootliggende tandzenuw. En nergens een tang of een vulling. Leonard Nolens (1947)

Ik werd wakker in m’n eigen bed, maar ’t duurde even voordat ik dat in de gaten had. Toen draaide ik m’n hoofd onmiddellijk en zag Brrrr met open mond slapen. Ik werd acuut weer kalm.

Nog kort ervoor bleken we te zijn verhuisd naar ’n dorpje om in ’n klein huisje te gaan wonen. Of liever: de helft d’rvan. De andere helft werd bewoond door vrienden van — en nu komt ’t — niet-Brrrr. Want we, dat waren wij niet, maar ’n ander en ik.

“’t Huis heeft geeneens ’n douche.” klaagde ik terwijl we de trap opgingen naar boven.

“Nee, geweldig hè!” kreet de Ander. Ik voelde me elk moment miezeriger worden. In ’n dorp, ’n gedeeld huis en met ’n Ander.

[Wakker worden kan zo gelukzalig zijn.]

Standaard

Zeg het eens.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.