“Goedemorgen.” wenste ik collega I toe bij haar binnenkomst. Ze draaide om bij de deur.
“Zo’n goedemorgen is het anders niet, hoor.” Ik schrok ervan. I zag dat. “Het is vandaag de eerste dag na mijn vakantie.” legde ze uit. Nu schrok ik pas echt: het was me geeneens opgevallen dat ze weg was geweest. Dat mocht ze natuurlijk niet merken.
“Voor jou is het dan misschien geen goedemorgen,” draaide ik, “maar voor mij wel. Ik ben blij je weer terug te zien. Hoe heb je het gehad?” Er kwam zowaar een glimlachje op het gezicht van collega I.
“Wat leuk dat je dat vraagt.” zei ze, waarna ze met een uitgebreid verslag kwam van de laatste drie weken. Mijn eigen schuld, berustte ik.
[Ik zou nu moeten weten waar ze geweest is. Maar nee. Ik kan slecht luisteren.]
Vakantieverslagen, ik probeer ze zoveel mogelijk te voorkomen.
{Mowl: gelukkig bestaat de dia niet meer.}
Och, pijnlijk herkenbaar 🙂
{Mowl: soms ben ik net ’n mens.}
Je vroeg erom… 😉
{Mowl: dat zei ik.}